Het aantal bezoekers van de gebruikersruimte aan het Zieken is het afgelopen jaar flink toegenomen. Er zijn nu 86 harddrug gebruikers die zich wekelijks melden.
“Per week melden zich één à twee mensen aan”, vertelt zorgcoördinator Loek van de Schilde. Vrijwel alle nieuwe bezoekers zijn dak- en thuisloos. De toename is mogelijk een gevolg van het nieuwe beleid in de maatschappelijke opvang. “Sinds de invoering van de daklozenpas vorig voorjaar, is het bij ons een stuk drukker geworden.”
Niet iedereen wordt toegelaten. Er worden strenge eisen gesteld. Wij zijn het laatste vangnet voordat mensen echt in de goot belanden”, aldus de zorgcoördinator. Maar aan de opvangcapaciteit van de gebruikersruimte aan het Zieken zit ook een grens. “Deze locatie is eigenlijk maar geschikt voor een kleine vijfentwintig dagelijkse gebruikers. We barsten uit onze voegen.”
Een nieuwe, grotere locatie zit er desondanks niet in. Wethouder Rabin Baldewsingh (volksgezondheid) houdt vooralsnog vast aan de plannen om de locatie ergens in september dit jaar helemaal te sluiten. Een concrete datum is nog niet genoemd. “Er wordt van alles gefluisterd, maar wij weten officieel nog van niets. Dat zorgt voor veel onduidelijkheid en onrust”, aldus Van de Schilde. Vorig jaar werd de omstreden gebruikersruimte in de Van der Vennestraat gesloten. In totaal hadden de twee gebruikersruimten 210 bezoekers. “Daarvan vielen er 160 af, omdat harddruggebruikers met een eigen huis niet meer van onze faciliteiten gebruik mochten maken.”
Ook daklozen die in het passantenverblijf terecht konden, mochten van de gemeente niet meer bij de gebruikersruimte aankloppen. “We hebben zelf nog wat gebruikers bij projecten voor begeleid wonen zoals de Tichelaar, MiCasa en Woodstock weten te plaatsen. In september 2011 zaten we met 33 gebruikers. Dat zijn er nu dus 53 meer. Ik maak me grote zorgen over deze ontwikkeling.” Zorgcoördinator Van de Schilde pleit voor een in- en uitstroomhuis met een woonfunctie. “Waar we deze onbemiddelbare, zorgmijdende groep de eerste zorg kunnen geven en een slaapplaats. Zodat ze vanuit een veilige situatie kunnen worden begeleid naar langdurige zorg en een structurele oplossing.”